Wij zijn gesloten

Geschiedenis


Oprichtingsgeschiedenis van de Leidse Rechtswinkel

In het voorjaar van 1970 verscheen een nota van de Kommissie Vormingswerk van de Fakulteit der Rechtsgeleerdheid, waarin de vraag werd besproken of het niet wenselijk was studenten al tijdens hun studie met de praktijk van het rechtsbedrijf kennis te laten maken.

Er werd een commissie ingesteld die moest onderzoeken ‘of en zo ja op welke voorwaarden het aanbeveling zou verdienen bij de Fakulteit der Rechtsgeleerdheid een juridisch adviesbureau op te richten ten behoeve van derden’. Het grootschalige onderzoek van deze commissie wees uit dat er grote behoefte bleek te bestaan aan eenvoudig juridisch advies. De commissie bouwde naar eigen ideeën een structuur van een rechtswinkel, waarbij een paar belangrijke uitgangspunten in het oog werden gehouden:

De kwaliteit van de adviezen moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. Daarom dienen van het begin af aan leden van de wetenschappelijke staf nauw bij het bureau te worden betrokken; Specialisatie van de medewerkers bevordert eveneens de kwaliteit van de adviezen, vandaar de indeling van het bureau in 5 secties; De adviezen moeten kosteloos worden verstrekt, zodat het doel: rechtsbijstand aan de minstvermogenden zoveel mogelijk tot zijn recht komt; Om te voorkomen dat de organisatie van het bureau na enige tijd – ondanks de goede wil van alle betrokkenen – in een administratieve chaos ontaardt moet een vaste, bezoldigde administrateur worden aangetrokken, die belast wordt met de gehele administratie; Om drempelvrees te voorkomen moet de rechtswinkel in een niet-universitair gebouw worden gehuisvest; Er zal zoveel mogelijk contact moeten worden gehouden met andere hulpverlenende instanties. Zeer vaak zal een cliënt met een juridisch probleem ook op andere terreinen in moeilijkheden zitten. Verwijzing naar andere hulpverleners kan dan zeer nodig zijn; Als organisatievorm komt de stichting het meest in aanmerking.

In het rapport dat op 25 mei 1971 verscheen, is de tendens terug te vinden die later de positie van het Juridisch Adviesbureau (JAB) fundamenteel zou beïnvloeden. Niet alleen de student stond centraal (studentgericht), maar ook de cliënt (cliëntgericht) kwam in het vizier. Het oorspronkelijke, primaire doel van het Juridisch Adviesbureau was de praktische vorming van studenten. Meer en meer echter houdt men zich bezig met een veel belangrijker doel: het opheffen van nood onder degenen die acuut rechtsbijstand nodig hebben.

Op 25 februari 1972 is de Leidse Rechtswinkel van start gegaan onder de naam Juridisch Adviesbureau (JAB). Er werd een Algemeen bestuur van 13 leden samengesteld: naast een aantal medewerkers van ‘het bureau’, namen er ook hoogleraren, een lid van de Hoge Raad, de studentenadvocaat en een vertegenwoordiger van de Leidse bevolking zitting. Uit het Algemeen bestuur werd een Dagelijks bestuur van 3 personen samengesteld en er werd een vaste administrateur aangetrokken.

Vanaf het begin heeft de rechtswinkel een grote toestroom gekend. De spreekkamers waren gevestigd in het Leids Volkshuis aan de Apothekersdijk. Het JAB was onderverdeeld in 5 secties: Fiskaal, Kontrakten, Wonen, Sociaal recht en Publiekrecht (deze laatste sectie, later ‘diversen’ genaamd, omvatte ook het personen- en familierecht).

In 1975 verhuisde het JAB naar de Oude Zeevaartschool aan het Noordeinde en in 1982 betrok de rechtswinkel het pand aan de Ketelboetersteeg 10. Er kwamen meer (sub)secties bij, zoals de afdeling Vrouw & Recht, Vreemdelingenrecht, het Justieel Klachtenbureau en Meldpunt Discriminatie. Het meldpunt is na twee jaar verhuisd en als zelfstandige organisatie verder gegaan. In ‘86-’87 is er ook een afdeling ‘Werken’, waaronder sociale uitkeringen behandeld werden.

Over het algemeen had de rechtswinkel in de jaren zeventig-tachtig nog steeds de uitstraling van een links bolwerk van medewerkers die vonden dat ze zich moesten afzetten tegen het gevestigde gezag. Zij vonden dat de rechtswinkel een politiek instituut was en moest blijven, opgericht om de leemte in de rechtshulp aan te tonen en te laten zien dat iemand zich bekommerde over de ‘verdrukten en verworpenen der aarde’. Het illegaal wildplakken waren veel voorkomende handelingen. Naast mensen die vanuit ideële motieven bij de rechtswinkel werkten, waren er ook studenten die er werkten voor hun persoonlijke ontwikkeling: studenten die de rechtswinkel puur als een stageplek zagen, als een manier om hun cv op te bouwen en praktijkervaring op te doen. Die studenten werden toentertijd nog enigszins met de nek aangekeken, omdat zij puur uit eigenbelang bij de rechtswinkel werkten.”

Heeft u een vraag over een juridische kwestie?

Maak dan een telefonische afspraak op 071 514 15 16 of stuur een e-mail naar
info@leidserechtswinkel.nl.